h
London Office
Quick Contact
Image Alt

Een kunstwerk kopen in het buitenland

De aankoop van NFT’s zou door het platform of zelfs door de verkoper (beroepsmatig en dus belastbaar) aan de btw kunnen worden onderworpen.

Over deze kwestie is een parlementaire vraag gesteld.

Abonneren om inhoud te ontgrendelen

Wij delen graag onze gedachten en adviezen over dit spannende en evoluerende onderwerp. Wij willen onze gedachten en adviezen graag op een speciale manier met u delen en als u wilt, kunt u via deze banner inloggen om toegang te krijgen tot de hele site. We zien u graag op onze BLOG (link invoegen) en herinneren u eraan dat ons privacybeleidHIER beschikbaar is. Geniet van uw bezoek en we kijken ernaar uit u weer te zien.

Loading...
Wanneer een Belgische belastingplichtige een kunstwerk koopt in een Brits veilinghuis, wordt hem 17,5% BTW aangerekend, zelfs wanneer kan worden aangetoond dat het om een intracommunautaire verwerving gaat. Vrijstelling van BTW in het VK kon alleen worden verkregen door overlegging van een certificaat van de BTW-administratie waaruit blijkt dat de BTW op de intracommunautaire verwerving van het kunstwerk in de BTW-aangifte is opgenomen. Dit bewijs moet voor elke aankoop worden geleverd en kan pas worden afgegeven nadat de BTW-aangifte is gedaan. 1. Is deze procedure in overeenstemming met de desbetreffende Europese richtlijnen? 2. Kan de vrijstelling alleen worden verleend op basis van overlegging van het door de administratie afgegeven certificaat? 3. Welk BTW-tarief is van toepassing op intracommunautaire verwervingen? 4. Kan de BTW alleen via de Britse overheid worden geïnd, met extra kosten?

 

Reactie

1 en 2. Krachtens artikel 28 quater, A, onder a), van de Zesde Richtlijn (Richtlijn 77/388/EEG van 17 mei 1977) zijn van BTW vrijgesteld leveringen van goederen die door of voor rekening van de verkoper of de afnemer van een lidstaat van de Europese Gemeenschap naar een andere lidstaat worden verzonden of vervoerd, verricht door een andere persoon dan een belastingplichtige die onder de in artikel 24 van die richtlijn vastgestelde vrijstellingsregeling valt. Deze vrijstelling is slechts van toepassing voor zover de levering wordt verricht aan een andere belastingplichtige of aan een als zodanig handelende niet-belastingplichtige rechtspersoon, die in de lidstaat van aankomst verplicht zijn hun intracommunautaire verwervingen aan belasting te onderwerpen (in Belgisch recht omgezet in artikel 39bis van het BTW-wetboek). Deze vrijstelling is echter niet van toepassing op kunstvoorwerpen die in aanmerking komen voor de bijzondere regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten van artikel 26 bis van bovengenoemde richtlijn. De vrijstelling in de Lid-Staat van vertrek is derhalve afhankelijk van drie voorwaarden: 1. de goederen worden verzonden of vervoerd buiten de Lid-Staat van vertrek, maar binnen de Gemeenschap; 2. de koper is (uit hoofde van zijn status) verplicht zijn intracommunautaire verwervingen in de Lid-Staat van aankomst aan belasting te onderwerpen; 3. de levering is niet onderworpen aan de bijzondere belastingregeling inzake de winstmarge Het recht op deze vrijstelling moet uiteraard worden aangetoond door de leverancier die de vrijstelling in de Lid-Staat van vertrek claimt. De bewijslast dat aan de bovengenoemde voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling is voldaan, rust derhalve op de leverancier. Er zij echter op gewezen dat de feitelijke aangifte van de intracommunautaire verwerving in de Lid-Staat van aankomst geen voorwaarde is voor de toepassing van de vrijstelling in de Lid-Staat van vertrek. Indien de verkoper niet overtuigd is door de bewijzen waarover hij beschikt betreffende de identiteit van de koper of indien hij twijfels heeft over de staat van het vervoer of de verzending van de goederen buiten de Lid-Staat van vertrek, kan hij de toepassing van de vrijstelling alsnog voorzichtigheidshalve weigeren. Wat betreft de kwestie van de afgifte van een certificaat van de BTW-autoriteiten waaruit blijkt dat de BTW op de intracommunautaire verwerving van het kunstvoorwerp door de koper in de periodieke BTW-aangifte is opgenomen als voorwaarde voor vrijstelling van de levering in het VK, zij opgemerkt dat een dergelijke voorwaarde blijkbaar niet door de Britse belastingautoriteiten wordt gesteld. In ieder geval zou de systematische weigering van een veilinghuis om in het beschreven geval vrijstelling te verlenen, door de bevoegde Europese instellingen eventueel kunnen worden beschouwd als een voorwaarde die niet in overeenstemming is met de BTW-overgangsregeling zoals vastgesteld bij Richtlijn 91/680/EEG van 16 december 1991 tot aanvulling van de communautaire regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging, met het oog op de afschaffing van de fiscale grenzen, van Richtlijn 77/388/EEG (Publikatieblad L 376 van 31 december 1991, blz. 1 e.v.) en bij de richtlijn van 14 december 1992 (92/111/EEG) tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG en tot invoering van vereenvoudigingsmaatregelen op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (Publikatieblad L 384 van 30 december 1992, blz. 47 e.v.). 3. De intracommunautaire verwerving van een kunstvoorwerp is in beginsel onderworpen aan het normale BTW-tarief, dat momenteel 21% bedraagt. Indien de intracommunautaire verwerving betrekking heeft op kunstvoorwerpen omschreven in rubriek XXI, § 2, 1°, van tabel A van de bijlage bij Koninklijk Besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot bepaling van de verdeling van de goederen en diensten volgens deze tarieven, is het verlaagde BTW-tarief van 6% evenwel van toepassing op voorwaarde dat de verkoper in de Lid-Staat van vertrek van de verzending of het vervoer van de verworven goederen: a) de auteur of een rechtverkrijgende van de auteur is; b) of een andere belastingplichtige dan een belastingplichtige wederverkoper is, die incidenteel handelt, wanneer de kunstvoorwerpen door deze belastingplichtige zelf zijn ingevoerd of hem zijn geleverd door de auteur of diens rechtverkrijgenden, of wanneer zij hem recht hebben gegeven op volledige aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde. 4. De wijze van terugvordering van ten onrechte in Groot-Brittannië gevorderde BTW is strikt een zaak van Brits recht. Als de geachte afgevaardigde echter een specifiek geval bedoelt, ben ik best bereid dat te laten onderzoeken – zo nodig in samenwerking met de Britse overheid – op voorwaarde dat mij de nodige informatie ter beschikking wordt gesteld.

 

Gelezen: De Tweede Kamer – Schriftelijke vraag en antwoord nr. 49-1156: BTW. – Aankoop van een kunstwerk in het buitenland.